De boom van de maand juni is de Doodsbeenderenboom (Gymnocladus dioica).
Nu de meeste bomen alweer volop in het blad zitten, moet de Doodsbeenderenboom in juni nog beginnen.
Deze boom stamt uit het Mid-westen van de Verenigde Staten.
Opvallend zijn de grote samengestelde bladeren met afmetingen die wel 70-100cm kunnen worden, de deelblaadjes zitten ‘dubbelgeveerd’ aan de bladsteel. De bladeren vallen vroeg in het najaar, waarna de rode bladspil nog een poosje blijft zitten.
Karakteristiek aan deze boom zijn z’n grove takken en grillige kroon. Als je er ’s zomers onder staat dan valt op dat de bladeren vooral aan de buitenkant zitten zodat de takken goed zichtbaar zijn. De Latijnse naam Gymnocladus betekent ook ‘naakte tak’. Dioica betekent tweehuizig wat inhoudt dat er mannelijke en vrouwelijke bomen zijn. De grootste boom in het Arboretum is vrouwelijk. De bloei is in juni.
De naam Doodsbeenderenboom is waarschijnlijk ontstaan door de grijsachtige kleur van de takken in de winter.
De zaden zijn hard en zitten in lange peulen met karamelgeur. Ze werden door de indianen gebruikt in rituelen en later ook wel geroosterd voor surrogaatkoffie.
Natuurlijke verspreiding van de bomen staat onder druk doordat ze niet meer verspreid worden door grote grazers en de moeizame kieming. Slechts 5% van de zaden kiemt zonder hulp.
De mannelijke exemplaren zijn gewild in stadsbeplantingen, vanwege de ongevoeligheid voor ziekten en plagen of strooizout en geen vallende peulen of zaden. De boom groeit op goed doorlatende bodems.
De plek van Gymnocladus dioica in het Arboretum Assen: Regio 03, Noord- en Centraal Amerika, locatie 21
Foto’s van de Doodsbeenderenboom:
Foto 1. De gehele boom (in mei)
Foto 2. Ontluikende knoppen eind mei
Foto 3. De boom net vers in het blad (juni)
Foto 4. Een enkel blad, dubbelgeveerd met vele deelblaadjes
Foto 5. De bloeiwijze met vrouwelijke bloemen (juni)
Foto 6. Deelblaadjes gevallen, bladspil nog niet (okt./nov.)